De soldaat pakt een geweer
en hij had zeer
Het is nu wapenstilstand.
En de volgende dag is slecht weer.
en hij had zeer
Het is nu wapenstilstand.
En de volgende dag is slecht weer.
(Mathis)
De soldaat neemt een geweer,
bij goed weer.
Iedereen moet bloed hebben,
bij wapenstlstand is een vrij dag.
(Lotte)
De soldaat is dood,
Hij heeft een goede genoot.
En hij is Belgisch
maar hij is een idioot.
(Jonathan)